Op woensdag 12 maart was het de beurt aan raadslid Corry en burgerlid Brigitte om aan te schuiven bij de commissievergadering Economisch Domein (CIE ED). Op de agenda o.a. een presentatie over de Lindenlaan en de problemen met leegstand in deze straat en twee voorstellen waaronder het verzoek om het gemeentelijke Groevenbeleidsplan als integraal beleidskader vast te stellen. Omdat dit plan niet alleen over erfgoed en economische activiteiten in de groeven gaat, maar zeker ook over veiligheid, de natuur en met name de bescherming van de vleermuizenpopulatie hadden wij raadslid Fysiek Domein en tevens onze groene troef, Pat-Jos, meegenomen.
Samenvattend: Aan deze vergadering houden wij in ieder geval een positief gevoel over. De kwaliteit van de presentatie, van de voorstellen en met name ook van de onderliggende stukken was goed en degelijk waardoor de behandeling ook inhoudelijk was. Er was ruimte voor discussie en input, de commissieleden werden daarin volop ondersteund door voorzitter Gilissen die onze input uitmuntend wist te transformeren tot de in de CIE gangbare vraagstelling. Kortom, eindelijk een commissie ED met diepgang. Hieronder is ons inhoudelijke verslag te lezen.
Par’course
Na een vlotte opening van voorzitter Nelleke Gilissen deed wethouder Rouwette een aantal mededelingen. Hij vertelde onder meer dat er voor een deel van Par’course invulling is gevonden. Er komt een wijndomein op het achterste gedeelte van het terrein, bij de molentak. Dat is natuurlijk positief nieuws. Helaas heeft een andere partij na een lang proces toch besloten om niet te gaan ondernemen op Par’course. Als hoofdreden werd door de wethouder de hoge huurprijs genoemd. Hierdoor blijft er nog steeds een groot deel van de gebouwen niet ingevuld.
Lopen door de Lindenlaan
De in januari gestarte adviseur Economie en sociaal geograaf Etienne Koreman nam ons in zijn presentatie ‘Lopen door de Lindenlaan’ mee in de problematiek van deze prachtige statige laan. Grenzend aan het winkelhart van Valkenburg, maar daar helaas niet voldoende mee verbonden. Er is geen doorstroming van winkelend publiek. Er is sprake van langdurige leegstand. Eigenaren van grote panden, zoals de Fransche Molen en het Postkantoor, kunnen geen exploitanten vinden. Ook hier geldt dat de hoge huurprijs en het gereed maken voor exploitatie dealbreakers zijn voor ondernemers. Commerciële ruimtes met een kleiner oppervlakte zijn vaak weer oninteressant omdat de ruimte te klein is om voldoende omzet te kunnen genereren.
De heer Koreman merkte in zijn inleiding op dat er weinig reuring is in de laan en dat veel zaken beperkte openingstijden hebben of alleen op afspraak te bezoeken zijn. Dit was een trigger voor burgerlid Brigitte omdat een deel van deze problematiek ontstaan is nadat de Gemeente de straat autoluw heeft gemaakt in 2013 en vervolgens langdurig aan de riolering heeft gewerkt waardoor de levendigheid verdween en nooit meer is teruggekeerd. De heer Koreman gaf ook aan dat er minder groen is in de straat dan voorheen. Wij hebben er, niet voor het eerst, op gewezen dat de Gemeente hand in eigen boezem moet steken en scherp voor ogen moet houden wat de invloed van hun beleidsmaatregelen is. Dhr. Jamin van de VSP sloot zich hierbij aan en merkte op dat het Centrumplan een grote invloed heeft gehad op het hele winkelhart van Valkenburg.
De VSP zou het liefst weer auto’s in de stad zien. De PGP is niet voor niets een progressieve partij. Wij gaan niet graag terug in de tijd, maar denken wel graag mee over nieuwe mogelijkheden waardoor de langdurige leegstand in de Lindenlaan wordt opgelost. De nieuwe economisch adviseur had duidelijk zijn huiswerk gedaan en kwam met een heel menu aan mogelijke beleidsmaatregelen en stimuleringsmiddelen zoals verschillende subsidies, een leegstandverordening, het inhuren van een leegstand-manager en een marketingcampagne. Deze mogelijke acties worden onderzocht op effectiviteit, realisatietermijn, kosten en juridische haalbaarheid. Een concreet plan van aanpak komt op de agenda van de CIE ED in september. Al met al was het prettig om inhoudelijk met elkaar in deze commissie van gedachten te wisselen over dit voor de vrijetijdseconomie belangrijke onderwerp.
Programma Economische Structuurversterking
De kwetsbaarheid van onze mono-economie stond hoog op de agenda van alle Valkenburgse politieke partijen tijdens de verkiezingen in 2022. Zowel de Covid pandemie als de watersnoodramp drukten ons met de neus op het feit dat wij in grote mate afhankelijk zijn van een enkele economische sector, de vrijetijdseconomie. Na de verkiezingen leek de interesse in de diversificatie van de lokale economie tanende. Er waren andere prioriteiten, voor een groot deel terecht. Er moest gewerkt worden aan de Visie Vrijetijdseconomie en er was een gebrek aan capaciteit. Als PGP hebben we het belang van het bouwen aan een sterke gediversifieerde economie de afgelopen jaren herhaaldelijk onder de aandacht gebracht en we waren daarom ook verheugd te zien dat er een voorstel voorlag om actief aan de slag te gaan met een Valkenburgs Programma Economische Structuurversterking (ESV) 2035.
Er is nog wel het een en ander nodig om tot zo’n Programma ESV te komen. Vandaar dat de Raad gevraagd wordt om eind maart akkoord te gaan met een opdrachtbrief waarin de inhoud geschetst wordt van dit programma. Het moet heldere doelstellingen rondom economie bevatten en een aanpak in de vorm van acties en maatregelen. Daarnaast zijn er financiële middelen nodig om het programma ESV op te starten. Aan de commissie de taak om inhoudelijk dieper op dit voorstel in te gaan.
Onze vragen: duurzaam boeren & transparantie naar de commissie
Vanuit de PGP stelden wij twee vragen. In de opdrachtbrief lazen wij dat het idee is om in te zetten op de agrarische sector en op ‘boeren’ vanuit een duurzaamheidsgedachte. Er worden voorbeelden genoemd zoals het versterken van de korte keten, pluktuinen en wijngaarden. Dat zijn lokale initiatieven die wij toejuichen. Tegelijkertijd is de agrarische sector een sector die niet altijd hand in hand gaat met het milieu en duurzaamheid. Voor ons is het belangrijk dat duidelijk is dat inzetten op de agrarische sector niet de deur openzet voor grootschaliger boeren. We willen voorkomen dat er natuurschade optreedt door b.v. het gebruik van bestrijdingsmiddelen, denk aan glyfosaat? Onze vraag was hoe het duurzame en kleinschalige karakter gewaarborgd wordt? Natuurlijk liepen wij met deze vraag voor de troepen uit, want de keuzemomenten voor verschillende (deel) sectoren komen bij de uitwerking van het programma pas aan de orde. Dat is precies wat de wethouder ons vertelde, maar hij gaf ook aan dat hij het zeker mee zou nemen. Het onder de aandacht brengen van het belang van duurzaamheid binnen de agrarische sector was uiteraard het doel van deze vraag.
De tweede vraag ging over het proces en de terugkoppeling. Er wordt een periode van vier maanden uitgetrokken om tot een onepager te komen dat de basis vormt voor alle vervolgacties. Dit a-viertje is gebaseerd op verschillende analyses die nog uitgevoerd gaan worden. Gezien onze minder positieve ervaring met de totstandkoming van de Visie VTE en het gebrek aan toegang tot rapporten en informatie, wilden wij nu graag de toezegging van de wethouder dat wij tijdig inzicht zouden krijgen in de onderliggende analyses en dat er een tussentijdse terugkoppeling plaatsvindt naar de commissie. De wethouder heeft deze toezeggingen gedaan. Wat ons betreft, en gelukkig ook wat de andere partijen betreft, een hamerstuk.
Gemeentelijk Groevenbeleidsplan
Na enkele zeer gemeende complimenten gemaakt te hebben over het voorliggende gemeentelijke Groevenbeleidsplan, dook ook raadslid Pat-Jos de diepte in tijdens haar eerste reactie op dit stuk. Zij gaf aan dat wij de vier doelen van het beleid kunnen omarmen. Die doelen zijn (1) Erfgoedwaarden uitdragen en conserveren, (2) De vleermuisbiotoop mede beschermen, (3) Zorg dragen voor het veilig gebruik van de groeven en (4) Actualiseren van geodata. Vervolgens stelde zij vragen over de vier doelen.
1. Erfgoedwaarden uitdragen en conserveren
De culturele waarde van de groeven wordt uitgebreid besproken in het Groevenbeleidsplan. Er wordt ook gesproken over de mogelijkheid tot ‘aanwijzing van groeven als gemeentelijk monument’ om dit erfgoed te kunnen beschermen. Er is eerder over gesproken dat de gemeentegrot een museumstatus zou krijgen. Zelfs de term ‘Unesco werelderfgoed’ is al eens gevallen bij het bespreken van onze rijke ondergrondse geschiedenis. Pat-Jos vroeg om een stand van zaken hierover. Wethouder Rouwette kon hier heel duidelijk over zijn. De Gemeentegrot wordt uitgebaat door een B.V. en een B.V. kan geen museumstatus aanvragen. Dit zet te denken over de exploitatievorm van de groeve in de toekomst, maar vooralsnog kan er geen museumstatus worden aangevraagd. Het traject om als Unesco werelderfgoed aangewezen te worden is lang, complex en vraagt ook om samenwerking met omliggende gemeenten. Op dit moment is het geen prioriteit.
2. Vleermuisbiotoop
Pat-Jos gaf aan dat het goed is dat er bevorderende maatregelen voor vleermuisbiotopen getroffen worden. Zij plaatste wel een kanttekening: “Voordat iedereen trots gaat vermelden dat het goed gaat met de vleermuizen in onze gemeente en in de groeves, willen we wel een winstwaarschuwing afgeven. Door isolatiemaatregelen aan huizen worden namelijk nestplaatsen voor vleermuizen afgesloten dus dat het aantal in de groeves toeneemt kan ook door een gebrek aan andere nestplaatsen komen en niet door een toename van aantallen in de grote zin van het woord.” Vervolgens vroeg zij of het duidelijk was wanneer men aan de slag ging met het soortenmanagementplan. Dit plan zou daar namelijk duidelijkheid in moeten brengen. Helaas antwoordde de wethouder dat dit nog steeds in aanbesteding ligt. Op de vraag of het idee van een vleermuis educatiecentrum nog steeds door de gemeente wordt omarmd, werd bevestigend geantwoord. Dit zou een hele wenselijke ontwikkeling zijn.
3. Zorg dragen voor het veilig gebruik van de groeven
Veilig gebruik van groeven en met name het aansprakelijkheidsvraagstuk dat daar mee samenhangt is belangrijk, maar ook complex. Pat-Jos vroeg hier het volgende over: “Op p30 staat een paragraaf over het overnemen van verantwoordelijkheid van diegenen die realistisch gezien de juridische aansprakelijkheid niet kunnen dragen, bijvoorbeeld door het in bezit krijgen van particuliere ingangen van de gemeentelijke groeven, het verkrijgen van meer specifieke jurisprudentie of door een lobby voor het aanpassen van de Mijnbouwwet. Mooi dat hier naar gekeken wordt maar wie is er op dit moment verantwoordelijk voor de veiligheid en wie vergoedt eventueel opgelopen schade door verzakking/instorting? Wat zal de tijdspanne zijn voordat de Mijnbouwwet aangepast is hierop?”
Er werd uitgelegd dat aansprakelijkheid in de eerste plaats ligt bij de partij die als laatste de groeve heeft geëxploiteerd. In veel gevallen zijn die partijen al jaren geleden gestopt met exploiteren en is het onmogelijk deze aansprakelijk te stellen. Vervolgens wordt degene aansprakelijk gesteld die op zijn of haar grond de ingang naar de groeve heeft. Zo kan het in theorie gebeuren dat iemand die in zijn tuin een ingang heeft naar een groeve aansprakelijk gesteld wordt voor mijnschade. Deze kosten zijn voor een particulier niet te dragen. Er zou prioriteit aan gegeven moeten worden om hierover jurisprudentie te vergaren. Daar moet voor gelobbyd worden en de wet aangepast. Totdat de Mijnbouwwet aangepast wordt, zodat de verantwoordelijkheid voor mijnschade bij wet wordt geregeld en de gemeente financieel gecompenseerd kan worden voor het structureel waarborgen van de veiligheid van de oude mijnbouw onder haar grondgebied, moeten we roeien met de riemen die we hebben. In de praktijk werkt het zo dat als er nu iets gebeurt, de gemeente de regie zal pakken, bv door het in bezit krijgen van de betreffende ingang. Raadslid Corry heeft uitvoerig doorgevraagd op dit laatste punt omdat zij de verzekering van de wethouder wilde dat inwoners hier niet de dupe van worden. De wethouder gaf aan dat de gemeente de aansprakelijkheid overneemt, mits er natuurlijk op dat moment een gemeentebestuur is dat hier achter staat. Om dit te borgen is verankering in de wet dus van groot belang.
4. Actualiseren Geo data
Dan het laatste doel, het actualiseren van de geo data. Pat-Jos gaf aan dat we begrijpen dat het veel werk is om alle gangenstelsels in kaart te brengen. Ze vroeg: “Gaat er ook in kaart gebracht worden wie er voor welke groeve verantwoordelijk is? Gaat deze kaart straks ook als onderlegger verwerkt worden in het Digitale Stelsel van de Omgevingswet (DSO) zodat er meteen inzicht is welke initiatieven ergens wel of niet kunnen plaatsen?”
Het kostte wat moeite om de vraag beantwoord te krijgen. De wethouder was na het beantwoorden van vele vragen, waaronder een lijst van 18 vragen van onze ijverige commissiecollega’s van de VSP, lichtelijk mijnbouwmoe. Gelukkig stond groeve deskundige Silvertant ons nog enthousiast te woord. Hij legde uit dat we voldoen aan de vereisten voor het DSO. Hij moest erkennen dat er afwijkingen kunnen zijn: “Soms klopt het wel, soms klopt het niet”. Het komt erop neer dat als we het goed in kaart willen brengen, we een aanzienlijke investering moeten doen. Met de huidige technologie is het mogelijk.
Ook vroegen we de wethouder nog naar de kosten voor de Consolidatie Tunnel America Sibbergroeve. Deze staan in de begroting uitgesmeerd over 3 jaar. Onze vragen: “Gaat het daadwerkelijk zo lang duren of is deze spreiding financieel handig? Wanneer wordt begonnen met de consolidatie van de onderliggende groeve? Volgens onze informatie is er nog niet gecommuniceerd met de omwonenden. De wethouder had toegezegd hiervoor zorg te dragen. Wanneer kunnen omwonenden een brief verwachten?” Het lukte niet om op al onze vragen een antwoord te krijgen, maar het wordt in 3 fases gedaan en duurt drie jaar.
Na de uitgebreide behandeling van dit gemeentelijke Groevenbeleidsplan, waarvan de oppositie en de VVD vonden dat het als hamerstuk door mocht, maar waar coalitiegenoten VSP en AB het niet mee eens waren, was het tijd voor de rondvraag. Wij hadden vragen over drie onderwerpen.
Rondvraag: Agrarische scan
Dit punt staat al lange tijd op de actielijst. Een van onze vragen was wanneer het rapport van deze scan beschikbaar zou zijn voor raads- en burgerleden. Eerder in de vergadering had de wethouder al aangekondigd dat hierover eind maart een collegevoorstel naar de Raad komt en dat het rapport dan ook beschikbaar wordt gemaakt. Nog even geduld dus.
Verder vroegen wij de wethouder om een terugkoppeling n.a.v. de presentatie die portefeuillehouders eind februari hebben gekregen over de resultaten van de scan. Hij lichtte alvast een tipje van de sluier op. Van de respondenten uit Valkenburg wilde 60% van de agrarische kavels consolideren en dus doorgaan met de bedrijfsvoering zoals deze nu is. Deze bedrijven zijn ook financieel gezond. 4 % wil omvormen, 17% wil uitbreiden, 17% wil verbreden ( bv. kamperen bij de boer) en 8% overweegt te stoppen.
Het was ons in de actielijst opgevallen dat er maar 24 van de 65 agrarische kavels hebben deelgenomen aan het onderzoek. De grote meerderheid van de kavels heeft dus niet meegedaan. Wij vroegen wethouder Rouwette of hij kon uitleggen waarom dit zo was. De wethouder gaf aan dat een aantal kavels niet commercieel werd gebruikt. Hij gaf aan dat, de hobbyboeren buiten beschouwing gelaten, de respons ca 50% was. Sommige van de bedrijven zagen het nut niet in van de scan of hadden geen tijd. Een negatieve houding tegenover de overheid of wantrouwen waren ook redenen om niet deel te willen nemen. Sommige bedrijven gaven geen reden aan waarom zij niet mee wilden doen.
Rondvraag: Kerststad Valkenburg
Het moet nog lente worden, maar voor we het weten hangt de kerstversiering in Valkenburg weer op. Wij houden dan ook graag de vinger aan de pols, zeker omdat de Provinciale vergunning om de kerstmarkt in de grotten te mogen organiseren in het najaar verlengd moet worden. Vandaar enkele vragen over Kerststad Valkenburg.
Zo wachten we nog op de evaluatie van Kerststad 2024 en een vooruitblik op de komende editie. Hier zou een aparte thema sessie voor worden georganiseerd. Wij vroegen de wethouder of hier al een datum voor gepland was. Hij gaf aan dat dit maandag in het Presidium wordt besproken.
Waar andere partijen het vaak hebben over de balans tussen economie, leefbaarheid en natuur, willen wij als PGP het woordje economie graag wat verder naar achteren plaatsen. Maar binnen de CIE ED is het wel belangrijk om toe te zien op het floreren van onze Vrijetijdseconomie. Vooralsnog is de vrijetijdseconomie de kurk waar de Valkenburgse economie op drijft. Vandaar onze volgende vraag: “We hebben in het voorstel over het Groevenbeleid herhaaldelijk kunnen lezen dat bescherming van natuur belangrijk is en dat men daar de maatregelen voor moet nemen ongeacht of dit gevolgen heeft voor (commerciële) exploitatie. Heeft dit gevolgen voor de ondergrondse kerstmarkten?” Dat vroegen we de wethouder die in zijn beantwoording vervolgens enkel verwees naar de behandeling van het Groevenbeleidsplan waarin dit uiteraard in algemene termen is besproken. Een concreet antwoord of dit beleid ook een bedreiging kan zijn voor de jaarlijkse Kerstmarkt hebben we dan ook niet gekregen, maar de beantwoording van onze volgende vraag over de vergunning stelde gerust.
Wij vroegen de wethouder: “Voor zover bij ons bekend moet de ontheffing/vergunning in het najaar verlengd worden door de Provincie om de markt in de grot te mogen organiseren. Kan de wethouder aangeven wat de verwachting is qua wel of niet verlenen van ontheffing?” De wethouder antwoordde dat ze voor 2025 verlenging hebben gekregen. Dit betreft een verlenging van 1 jaar. Daarna wordt een verlenging aangevraagd voor een periode van 5 jaar. Daar wil de wethouder graag de tijd voor nemen zodat alle activiteiten goed gedefinieerd in de vergunning kunnen worden opgenomen.
Rondvraag: Zwerfafval
Zwerfafval is een probleem, ook in onze gemeente. Uit de Valkenvlucht bewoners enquête bleek vorig jaar dat zwerfafval een grote ergernis is van onze inwoners. 77 % van de inwoners gaf in die enquête aan dat de vrijetijdseconomie leidt tot meer zwerfafval. Deze respons is in de Visie VTE meegenomen. Het voorkomen en verminderen van zwerfafval staat bij de ambities in het Visie VTE document.
In de vorige raadsperiode was er een initiatief binnen de Gemeente, Valkenburg Sprokkelt, dat m.b.v. extern ingehuurde capaciteit de zwerfafval problematiek actief onder de aandacht bracht (bewustwording), bewoners en ondernemers (sprokkelspots) enthousiasmeerde om hier mee aan de gang te gaan en door het sprokkelen ook meteen onderdeel van de oplossing was. Helaas heeft de huidige coalitie destijds besloten om dit initiatief af te stoten. Geen inbedding meer in de gemeente, geen budget meer voor (externe) personele ondersteuning. De gemeente voorziet nog wel in materialen en haalt het verzamelde afval op.
Het initiatief is overgenomen door vrijwilligers, maar vanwege beperkte tijd en mogelijkheden lukt het niet om sprokkel evenementen te organiseren zoals voorheen. Ondanks verschillende verzoeken wil de Gemeente geen subsidie verlenen voor het organiseren van evenementen. Daarbij gaat het met name om een tegemoetkoming om bij een evenement koffie en iets lekkers te verzorgen voor de vrijwilligers die in hun vrije tijd Valkenburg schoon houden. Het lijkt erop dat het kind met het badwater is weggegooid.
Onze vraag aan de wethouder was dan ook: “Is het mogelijk om door extra ondersteuning het Valkenburg Sprokkelt initiatief nieuw leven in te blazen? Hiermee kan direct een ambitie uit de Visie VTE verwezenlijkt worden.” In de beantwoording gaf wethouder Rouwette aan dat hij hierover contact opneemt met wethouder Dauven en dat de conclusies uit dat gesprek in het verslag van deze vergadering worden opgenomen. Wij hopen dat er met een frisse blik naar wordt gekeken door beide wethouders waarbij zij ook de win-win mogelijkheid zien. Er is behoefte vanuit de Visie VTE om iets aan de zwerfafval problematiek te doen en er is een enthousiaste club vrijwilligers die graag bijdraagt, maar wel ondersteuning kan gebruiken. Wij hopen op een positieve uitkomst.