Lange commissie EFTR over financiën, toerisme en polfermolen

Ook voor de derde commissie op rij werd er veel van de deelnemers gevraagd, bijna 4,5 uur werd er vergaderd door de commissie Economie Financiën Toerisme en Recreatie. Namens de PGP Corry Fulmer en Doeke Krikke aanwezig in de raadszaal.

Alle stukken en geluidsfragmenten staan op de website van de gemeente: klik.

En hier is de vergadering terug te bekijken:

De vergadering startte met drie presentaties:

1. Visit Zuid-Limburg door Anya Niewierra (directeur Visit Zuid-Limburg). Een korte heldere presentatie vooral gericht op cijfers, aantallen bezoekers, percentages en economische opbrengst en de gevolgen van Corona die even een ander beeld laten zien. In het interactieve gesprek werd door ons ingegaan op de opmerking dat 77% van onze inwoners trots en blij is met toerisme, maar dat dit in contrast staat met de geluiden die wij horen. Namelijk dat een grote groep er overlast van ondervindt. Hoe kunnen we het economische belang van toerisme beter in balans krijgen met de leefbaarheid voor onze inwoners? Dat de inwoners als gastheer/vrouw hier meer in betrokken moeten worden is evident. Mevr Niewierra antwoordde dat zij bereid is om hierover tijdens een aparte sessie met de raad in overleg te gaan.

2. Jaarrekeningrisico door Stefan Prevoo (manager RSM Nederland Accountants N.V.). De presentatie was duidelijk en riep bij ons geen vragen op.

3. Eerste denkrichting evenementenbeleid door Marijke Embregts (beleidsmedewerker Economie Toerisme en Recreatie). Er is veel besproken. Balans was het sleutelwoord. Balans tussen mensen, milieu en economie. In het concept zijn al veel zaken opgenomen waar we tevreden over zijn; beperken overlast, meer balans in economie en leefbaarheid, stimuleren gescheiden afval, kleine evenementen (zoals Living statues) en evenementen in de kernen. Een idee is het hanteren van een loyaliteitscijfer dat gebaseerd is op de ervaringen inwoners en milieukundige aspecten. Prima idee. Op Corry’s vraag hoe dit aangepakt gaat worden, kregen we het antwoord dat hierover nog wordt nagedacht. Ook werd gesproken over een zonering waar de economische belangen van een evenement in het centrum een grote rol spelen en in de kernen van ondergeschikt belang zijn. Daarop heeft Corry aangegeven dat ook in het centrum plek moet zijn voor evenementen die van minder economisch belang zijn, omdat kleine evenementen ook door de inwoners van het centrum op prijs gesteld worden. Ook pleitte zij voor het spreiden van evenementen qua tijd en daarbij ook afstemming in de regio te zoeken. Tot slot heeft ze opgemerkt dat er niet vanuit gegaan moet worden dat alle inwoners smachtend op evenementen zitten te wachten waar ze hutje mutje zitten, maar dat ook gekeken moet worden naar evenementen waar men meer gespreid aan kan deelnemen. Wij wachten de uitwerking van dit beleid af maar hebben aangegeven hier als raad in betrokken te willen blijven.

Vervolgens kwamen er zes raadsvoorstellen aan bod. Over het eerste, Facetbestemmingsplan Ondergeschikte horeca bij detailhandel, hadden wij geen opmerkingen. Voor ons had dit een hamerstuk kunnen zijn. Maar andere fracties dachten daar anders over en zo werd het geen hamerstuk.

Over het tweede Vaststellen subsidieplafond muziekonderwijs voerde Doeke het woord. PGP stelde dat het subsidieplafond voor muziekonderwijs dat moet worden vastgesteld door de raad helder is. Wat ons bevreemdt is dat in het raadsvoorstel een bedrag van 3000 euro is opgenomen voor kunst en cultuur. Laten we voorop stellen dat we dit bedrag van harte willen toekennen voor kunst en cultuur maar waarom wordt dit in het raadsvoorstel gekoppeld aan muziekonderwijs? Onze vraag is dan ook of de 3000 euro gekort wordt op de subsidie van muziekonderwijs en de subsidie voor kunst en cultuur verhoogd wordt met dit bedrag? Deze vraag stelden meer fracties. De conclusie na een korte discussie was dat het subsidieplafond hoog genoeg was en er ruimte blijft in subsidie voor eventuele groei muziekonderwijs. De extra 3000 kunst en cultuur schept geen precedent omdat dit bedrag alleen nodig is voor het schoonmaken van kunstwerken.

Het derde en vierde, voorstel college betreffende BsGW en voorstel college betreffende controleprotocol jaarrekening 2020 zijn hamerstukken.

Over het vijfde voorstel Polfermolen na 31 december 2020 werd vanzelfsprekend langer gesproken. Uit het voorstel bleek duidelijk dat het college de raad adviseert om een definitief besluit over de theaterzaal en sporthal uit te stellen totdat het sport en accommodatiebeleid op 12 april 2021 is vastgesteld en er meer zicht is op welke ontwikkelingen rondom de Plenkertstraat de raad voor ogen heeft. Het voorstel voorziet (in ieder geval tot na de zomervakantie en wellicht tot eind 2021) in het bieden van onderdak voor verenigingen door het langer openhouden van de theaterzaal. Wethouder Meijers wist dit goed uit te leggen en te verduidelijken. In de aanstaande raadsvergadering van 14 december 2020 zullen we er verder over praten.

Het zesde en laatste voorstel betrof de najaarsnota 2020. PGP stelde dat in de nota wordt ingegaan op de nadelige financiële gevolgen van de Coronacrisis, de genomen steunmaatregelen, de voorbereidingskosten van evenementen die zijn afgelast, projecten die vertraagd of geannuleerd zijn, zodat sprake is van onderuitputting van bijbehorende budgetten. Het voorstel is deze over te hevelen naar 2021. Er wordt o.a ingegaan op de financiële aspecten van de Polfermolen te weten de geraamde kosten van het sociaal plan waar de raad tijdens de raadsvergadering een besluit over gaat nemen, de stijgende kosten SD en op de inkomsten uit het gemeentefonds. Inmiddels allemaal bekende bedragen, behalve dan dat er een lichtpuntje gloort. Immers de inkomsten uit het gemeentefonds in 2020 laten een positief beeld zien ten opzichte van de geraamde inkomsten in de begroting. De nota is duidelijk van opzet en wij hebben dan ook geen vragen gesteld.

In de rondvraag vroeg en wij naar een keurmerk/sticker voor lokale samenwerking. Valkenburg aan de Geul heeft veel ondernemers in verschillende branches. Een ondernemer werkt vaak samen met anderen ten behoeve van zijn/haar dienst of eindproduct. Denk bijvoorbeeld aan een restaurant dat lokaal zijn groente koopt. Ondernemers die samenwerken op lokaal niveau stimuleren niet alleen de lokale economie, maar zijn ook duurzaam bezig. Er is bijvoorbeeld minder transport nodig. Lokale samenwerking is iets waar wij als gemeente trots op mogen zijn. Dat zouden we visueel kunnen maken door bijvoorbeeld een sticker op de deur te plakken van bedrijven die lokaal samenwerken. Hoe staat de wethouder hier tegenover? Wethouder Bisschops reageerde positief. Ze was afgelopen week juist in gesprek geweest met LLTB (Limburgse Land en Tuinbouw Bond) en daar was ook gesproken over korte lijnen van bijvoorbeeld fruittelers naar winkels. Ze zal ons idee meenemen in de vervolggesprekken hierover. Op toevoeging van Corry ook met lokale horeca.