Hoe gaat het met de PGP steunfractie (deel 4)

Op dinsdag 10 maart was onze PGP steunfractie voor het laatst fysiek bij elkaar. Hoe beleven onze steunfractieleden deze periode van #alleensamen?

Met deze vraag schreef een aantal van ons een persoonlijk relaas. Deze staan op Facebook en worden gebundeld op onze website. Vandaag deel 4, het laatste deel, met burgerlid Klaas Spoelstra, bestuurslid Ruud Collin, bestuurslid/burgerlid Ruud Engels en raadslid Hilde Baaij.

 

“Vergeleken met veel anderen is onze situatie tijdens de lockdown heel comfortabel. We hebben ruimte in huis, hoeven geen schoolgaande kinderen op te vangen en hebben ook nog een lekkere tuin. Rustige wandelroutes om ons heen en natuurlijk de supermarkt. Ik ervaar vaak een prettige rust omdat er tijd genoeg is. Ik bedenk me dat ik dat nooit eerder zo gevoeld heb. Dat zou ik wel vast willen houden…

We hebben nog nooit eerder met zoveel rust en aandacht plantjes gezaaid en ze klaargemaakt om in de tuin te planten. En klusjes die soms al jaren op mijn aandacht wachtten, zoals het verbeteren van de verlichting in de garage, het is opeens allemaal gebeurd en ja, daar geniet ik van. Wilma speelt weer veel meer op de piano. En Simon, de jongste zoon, kwam terug naar huis en met hem toch ook weer de gezelligheid van het grotere gezin.

Vreemd is het ook. We zijn gewend om wekelijks naar de kerk te gaan en dat is opeens niet meer aan de orde, zelfs de Paasviering in Eijsden die ik zou leiden, kwam te vervallen. Op de een of andere manier went het snel maar we missen de ontmoetingen en de kerkelijke band.
Maar pijn is er ook. Nog geen maand nadat mijn beide ouders in een Verzorgingshuis waren gekomen, nog nauwelijks gewend aan de nieuwe plek, sloot de toegang voor ons als familie. En hoe begrijpelijk ook, het is verdrietig om mee te maken wat dat isolement aanricht. En misschien moet het ergste nog komen.

Vanuit de krant en de televisie probeer ik mee te denken over hoe we als gemeente, als land verder kunnen gaan. Op de een of andere manier ben ik niet zo bezorgd. Je ziet dezer dagen, ik zou bijna zeggen wereldwijd, zoveel aanpassingsvermogen, hulpvaardigheid en creativiteit dat de opstart best weleens veel beter zou kunnen gaan dan de bezorgdheid ons ingeeft.”

 

“Voor mij is deze coronatijd hinderlijk maar geen drama.

Ik was net op tijd uit het ziekenhuis toen corona met dood en verderf ronddoolde. Ik had al genoeg meegemaakt aan narigheid, dus vreemd genoeg maakte ik me geen zorgen om de corona-ellende. Een ieder die traumatische dingen heeft ondergaan weet dat de kunst van het relativeren snel een soort van 2e natuur wordt. Blijkbaar is dat een soort van overlevingsstrategie, mensen eigen, ‘in de strijd om het bestaan’.

De strijd om het bestaan, een kreet die, hoewel eeuwenoud, veelal in sociologische literatuur in de 70 er jaren werd gebezigd. In links progressieve kringen hielden we ons daarmee bezig. Ons idealisme en gedrevenheid waren groot. De teleurstellingen in de jaren daarna minstens net zo groot. In de huidige coronacrisis blijkt weer eens dat vooral de minder bedeelden het zwaarst getroffen worden.

Steunmaatregelen lijken vooral bedoeld voor de grote jongens. Booking.com krijgt de centen. De kleine hotelier of B&B eigenaar nog niet eens de krenten…

De volkeren met gebrekkige zorg zullen het zwaarst worden getroffen. De alleenstaanden staan er soms letterlijk alleen voor.

Er zijn genoeg problemen die me woedend maken of juist intens verdrietig. Maar Carona laat me ook mijn schouders ophalen, tal van zaken blijken het niet waard om je over op te winden…

Terug naar het begin. Mijn herstel na gezondheidsproblemen van heel andere aard valt precies in de coronatijd. Ik moest het toch al rustig aan doen en had dikwijls genoeg aan mezelf om fysiek en mentaal weer op te krabbelen. Ook een tijd van bezinning, overpeinzingen, dubben en soms piekeren… Tijd genoeg om al het nieuws en onnieuws aan me voorbij te laten gaan. Veel onzinnigheid maar ook goede dingen.

Zo een stukje besluit je met een mooie uitspraak van hoop o.i.d.

Prima, maar mijn hoop zit niet de mooie initiatieven van velen en de jongere generatie. Die zijn er volgens mij altijd geweest, in ieder geval ook toen ik jong was. Nee, die zie ik meer bij de ‘oudere garde’. De mensen die idealist zijn geweest, misschien een beetje verburgelijkt. Maar die zich toch met geestdrift inzetten voor kinderprojecten ver weg, die bereid zijn met hernieuwd enthousiasme zich in te zetten voor kleinere projecten in de eigen omgeving. Zelfs mensen die verkeren in de macht en invloedrijke posities hebben en weten hoe je dingen, soms zo klein ook, moet bereiken.

Ja, het is juist die groep, de kinderen uit de jaren 60, 70 en 80 die me hoop geeft. Fijne mensen, mooie mensen, ze zijn me dierbaar!”

 

“Ik laat even weten, dat het met mij naar omstandigheden goed gaat. Ik maak iedere dag heel vroeg een flinke wandeling en voor de rest doe ik alleen waar ik zin in heb. Natuurlijk is het een spannende tijd, maar er zijn ook duidelijk voordelen.

In de winkels heb je meer plaats en rijden ze minder tegen je hakken.
Geen onverwachts bezoek!
Geen ongewilde kleffe zoenen!
Geen slappe zweterige handjes!
Je kunt minder Deo gebruiken!
After shave of parfum hebben al helemaal geen zin!
Je kan heel gezond heel veel knoflook eten!
Er heerst in het centrum een heerlijke oorstrelende stilte,vooral in de avond en weekend!
Geen vlieg/spoor/wegverkeerslawaai en stank!
Je hoort en ruikt de natuur groeien!
Geen verleiding om toch nog ff naar de kroeg te gaan, dus vroeg naar bed en morgen gezond weer op, want daar moeten we natuurlijk wel voor zorgen!

Jullie zien dat wordt nog afzien en aanpassen als alles weer gaat veranderen, maar dat gaat nog wel ff duren denk ik. Dus geniet van de voordelen en maak je niet te druk en blijf allemaal gezond!!!”

 

“Ons leven verstilde al wat eerder dan in de rest van Nederland. In de week voor de scholen sloten, kregen mijn kinderen hoge koorts en hoestbuien. Na het weekend dat de premier aankondigde dat de scholen gesloten bleven, ontving ik een telefoontje. De GGD verzocht ons gezin dringend minimaal 14 dagen in quarantaine te gaan. Op verdenking van, niet getest. Raoul en ik waren beiden een paar dagen niet fit, maar heel ziek werden we niet.

Het voelde voor mij heel onnatuurlijk. Zo in onze eigen bubbel in tijden van crisis. Ik ben meer het type van op de barricaden, met een protestbord bij een ambassade of handen uit de mouwen. Maar noodgedwongen bleven wij thuis. Terwijl Raoul, (docent aan Zuyd Hogeschool) veel tijd op zolder doorbracht om samen met een student in rap tempo een digitale leeromgeving uit de grond te stampen, stuurde ik de rest aan. Ik was de mama, de scheidsrechter, de kok, de juf, de verpleger, de schoonmaker, de online shopper, de tuinier, enzovoort. Weinig tijd en ruimte voor mezelf met drie levendige jonge kinderen, maar constant met het besef in mijn achterhoofd wat een mazzel wij hebben. Mazzel met ons ruime huis, gigantische tuin, geen grote financiële zorgen en allemaal redelijk gezond. Met projecten als het inzaaien van veldbloemen, het schilderen van onze twee schuren en leren hoepelen creëerde ik wat ontspanning voor mezelf.

Langzamerhand kreeg ik weer grip op de wereld buiten onze bubbel. Wekelijks digitaal overleg met de fractie, ik hield onze Facebook en website weer meer bij en zocht steun voor een motie over de alleenstaande vluchtelingenkinderen in Griekenland. Helaas tevergeefs. Dat deed me veel verdriet, geen solidariteit. Mijn eigen kinderen heb ik nog wat harder geknuffeld die dagen. En ik hoop dat er alsnog beweging in onze raad en in de landelijke politiek komt.

En zoals meerderen zullen ervaren, tot stilstand komen is moeilijk, weer opstarten zo mogelijk nog moeilijker. Op het moment dat onze quarantaine voorbij was, besloten wij zoveel mogelijk geïsoleerd te blijven. We waren het al gewend en ik behoor als enige van mijn gezin níet tot de risicogroepen. Sinds het bericht dat kinderen het virus nagenoeg niet zouden krijgen of verspreiden en de scholen weer open gaan, hebben wij weer afgesproken met een ander gezin. Hun oudste twee kinderen zijn klasgenoten en beste vrienden van ons trio. Het weerzien bracht veel vreugde. Ook voor mij. En van onze specialist uit het MUMC kregen wij deze week groen licht om ook onze kinderen naar school te laten gaan na 11 mei. Fijn, al vind ik het ook spannend. Via digitaal vergaderingen praat ik als MR-lid mee over hoe die heropening van onze school het beste georganiseerd kan worden. School thuis leverde hier overigens veel weerstand op, dus ik ben blij met het motto van onze directrice: ‘We hebben geen achterstand, we hebben een nieuwe beginsituatie’.

Ik kan nog veel meer schrijven. Over de duurzame winst die wij hopelijk gaan pakken na deze verstilling. Bewuster consumeren, grotere saamhorigheid, meer genieten van de kleine dingen, zuiniger zijn op wat we al hebben. Over mijn zorgen over de economie, van kleine ondernemers in ons Heuvelland tot het omvallen van internationale ketens waarbij de zwaksten het hardst getroffen worden, zoals de medewerkers van kledingfabrieken in Bangladesh. Over mijn zorgen wat de nieuwe anderhalvemetersamenleving zal gaan betekenen en voor hoe lang.

Maar ondanks dat ik soms donkere wolken voel, geloof ik sterk in positiviteit en eindig ik met hoop. Half maart startte ik op mijn eigen Facebook een dagelijkse fotoserie ‘Thuisleven wegens Corona’. Een zwart-wit vierluik met een impressie van die dag. Dat helpt mij reflecteren, in het moment leven en in realiteit naar het positieve te kijken. Ter illustratie mijn poging om anderhalve maand samen te vatten in één vierluik.

Tot slot. Deze week las ik een artikel van de Volkskrant met de titel ‘Zolang we naar morgen kunnen verlangen, ben ik een tevreden mens.’. Daarin werd ook Audrey Hepburn geciteerd:’ To plant a garden is to believe in tomorrow’. En zo voelt voor mij en mijn gezin ook onze tuin met het ontluikende Tiny Forest het Imbos. Elk nieuw knopje, elk nieuw blaadje, elk nieuw takje wijst naar de toekomst.

Blijf veilig. Zorg voor jezelf en elkaar. #alleensamen.”

Aflevering 1

Aflevering 2

Aflevering 3