Hoe gaat het met de PGP steunfractie (deel 1)

Op dinsdag 10 maart was onze PGP steunfractie voor het laatst fysiek bij elkaar. Hoe beleven onze steunfractieleden deze periode van #alleensamen?

Met deze vraag schreef een aantal van ons een persoonlijk relaas. Deze staan op Facebook en worden gebundeld op onze website. Vandaag deel 1 met steunfractielid Jeanine Pluijmaekers, wethouder Remy Meijers en burgerlid Colette Rasenberg.


“Persoonlijk mag ik niet klagen. Ik vind het fijn om zinvol bezig te mogen zijn in de praktijk en op de huisartsenpost. Daarnaast heb ik nog genoeg tijd over om mijn zoontjes te laten leven in de overtuiging dat het bestaan is verworden tot één grote zomervakantie. Hoewel ik onder mijn patiënten en ook in onze gemeente zie dat er zware klappen worden uitgedeeld, blijft mijn kring van familie en naasten vooralsnog gespaard. Over mijn vader in het verpleegtehuis heb ik tot nu toe ook geen zorgen, hij blijft in goede handen bij zijn verzorgenden en verpleegkundigen die mijns inziens de meest ondergewaardeerde harde werkers van deze crisis zijn! Hou vol allemaal.”

 

“Als bestuurder zijn dit heel bijzondere tijden. Maatregelen die normaal een langdradig proces vergen, kunnen en moeten nu vaak binnen een paar dagen of week worden geregeld en ingevoerd. Ik zeg met nadruk moeten, want deze crisis treft zoveel mensen en zoveel geledingen van de maatschappij zo ontzettend diep. Dat maakt besturen veel intenser dan in normale tijden: het gaat hier direct om de levens en gezondheid, maar ook om de broodwinning van velen.
Als lokale overheid dienen we uiteraard vooral de landelijke maatregelen uit te voeren, maar bij elke besluit betekent dat wel dat we moeten kijken wat de lokale consequenties zijn, en hoe we daar dan het beste invulling aan kunnen geven. Waar dient de noodopvang voor kinderen te komen, hoe gaan we om met onze zorgaanbieders, hoe krijgen we nu signalen van huiselijke geweld, wat betekent het niet ophalen van oud papier voor de betrokken partijen, wat doen we met contributies, huren en belastingen, hoe regelen we zo soepel mogelijk tijdelijke toegang tot het centrum voor ondernemers. Het zijn slechts een paar van de vele issues die de afgelopen weken de revue zijn gepasseerd. En uiteraard recentelijk, hoe zorgen we dat het verbod op dagtoerisme van buiten de regio goed wordt nageleefd, en wat valt daar wel en niet binnen.

Al vanaf de tweede week van maart, vlak voor de eerste serieuze landelijke maatregelen, hielden we in Valkenburg daarom als college dagelijks zogenaamd corona-college. Dat was in de dagen voor 15 maart nog fysiek op het gemeentehuis, maar om persoonlijke redenen deed ik dat al meteen van afstand en belde ik in. Ik voelde me daardoor wel een beetje de designated survivor moet ik zeggen…
Gelukkig kon het hele college en de ambtelijke organisatie binnen een week overschakelen op videoconferencing en zo het fysiek contact helemaal tot een minimum beperken. Datzelfde gold voor alle ‘gewoon’ doorgaande bestuurlijke en ambtelijke overleggen binnen de gemeente, in de regio en in Limburg. Het was even wennen, maar de overschakeling verliep buitengewoon goed. Dat houden we er dus hopelijk in na deze crisis, het zal zeker de hoeveelheid reistijd in bestuurdersland significant beperken.

Overleg voer ik dus heel veel via de video of de ouderwetse telefoon thuis. Dat thuis is bij mij sinds het begin van de crisis behoorlijk vol: alle 3 de dochters zijn teruggekeerd op het ouderlijk nest. En zowel zij als mijn vrouw werken en studeren “gewoon” door. Het voordeel is dat er vaak heerlijk gekookt wordt door een van de dochters, het nadeel is dat alle ‘vergaderkamers’ daardoor nog wel eens bezet zijn, waardoor ik diverse malen in de tuin zit te werken, of in de oude caravan achter in de wei. Dan wil een vergadering nog wel eens verstoord worden omdat een aantal schapen op de achtergrond wat te mekkeren hebben…

Met recht kan in ieder geval gezegd worden: Wat een jaar … is de afgelopen maand geweest!
En we zijn er uiteraard helaas nog niet. Of er serieuze versoepeling van de maatregelen te verwachten is vandaag, ik weet het ook niet. De verwachtingen worden landelijk in ieder geval bewust getemperd, en een zogenaamde anderhalvemetersamenleving zal zeker de komende maanden ons deel blijven, met alle beperkende consequenties van dien. Dat betekent dat we elkaar op afstand moeten blijven steunen, want alleen samen kunnen we deze crisis doorstaan.

Het doet me daarom persoonlijk veel deugd om te zien hoeveel mensen zich in deze tijden voor hun medemens willen inzetten. Boodschappen halen, kaartjes en paasstukken verzorgen, een belletje plegen, kortom, omzien naar de medemens.

Zelf probeer ik daar ook mijn steentje aan bij te dragen door met een paar mensen die alleen staan regelmatig contact te houden. Eenzaamheid en binnenzitten kunnen hun tol eisen, dus als je zelf nog iemand vermoed die wel een gesprekje kan gebruiken, bel hem of haar gewoon op, het kan echt heel veel verschil maken.

Want nogmaals, alleensamen kunnen we corona verslaan.”

 

“Allereerst prijs ik mezelf gelukkig dat ik niet ernstig ziek ben en dat ik geen naaste heb verloren. Mijn dagen zijn redelijk leeg en bestaan met name uit het lezen van de krant, in de tuin werken en twee keer per dag een rondje wandelen. Het vrijwilligerswerk dat ik normaal doe is gestopt. Daardoor heb ik veel tijd om na te denken….

Herijking. Ik heb iets met dat woord. Even -noodgedwongen- stilstaan en nadenken over hoe het nu verder moet.

Over 50 jaar kijk ik terug op deze periode en zal ik weten wat het met de maatschappij gedaan heeft. Daar ben ik als progressieveling natuurlijk wel nieuwsgierig naar. Het is verschrikkelijk wat er nu gaande is in de wereld, maar het gaat een keer over. Ik ben benieuwd naar wat er daarna komt. Wellicht een besef dat het ook anders kan: duurzamer, empathischer en eerlijker. Een goed begin lijkt mij dat er meer respect komt voor cruciale beroepen als verpleegkundige, pakketbezorger en vuilnisman. Daarnaast zie ik om mij heen een groeiend saamhorigheidsgevoel: samen staan we sterk en samen komen we hier doorheen. Mensen brengen meer tijd met hun gezin door en zullen hier, ondanks alle problemen die dat aanvankelijk met zich mee brengt, rust in vinden. Een nieuwe routine. Hopelijk houden we dat empathische gevoel vast.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Misschien vallen we straks heel snel terug in oude gewoontes. De geschiedenis zal het leren.”